Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zeide tot mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden een [35]vals gezicht, en [36]waarzegging, en [37]nietigheid, en bedriegerij huns harten. 35. Hebreeuws, gezicht der valsheid, of der leugen. 36. Zie Deut.18:10; Ezech.13:2,3,7,8,9, met de aantekening. 37. Van het Hebreeuwse woord elil, dat een nietig ding, of nietigheid betekent, worden de afgoden ook genoemd elilim. Zie Lev.19:4.